De Nederlandse bossen kennen verschillende eigenaren.
Volgens de in 2022 gepubliceerde Zevende Nederlandse Bosinventarisatie heeft Staatsbosbeheer 26% van het bos in eigendom, en is daarmee de grootste boseigenaar.
Particulieren en private stichtingen en verenigingen bezitten gezamenlijk ongeveer 32% van het bosareaal, gemeenten en andere overheden 22%; Natuurmonumenten en de provinciale Landschappen beheren samen rond de 20% van het Nederlandse bos. De eigendomsverhoudingen zijn al lange tijd stabiel.

Doelen

De eigenaar van een bos kan – binnen de wettelijke grenzen – zelf bepalen hoe het bos wordt beheerd. De uitersten zijn: streven naar een maximalisatie van de houtopbrengst of een optimalisatie van de natuurwaarde, maar er zijn allerlei tussenvormen mogelijk. Voor de meeste eigenaren gaat het om een mix van deze doelen, en speelt ook het recreatieve gebruik een belangrijke rol.

De meeste boseigenaren, zowel publieke als private, hanteren een multifunctionele doelstelling, en dat maakt dat de verschillen tussen de terreinen op het oog niet erg groot zijn.
Er zijn veel verschillende bostypen, op allerlei verschillende grondsoorten, en ze komen bij alle soorten eigenaren voor. De variatie is het gevolg van de bosaanleg in het verleden, maar ook van de natuurlijke ontwikkelingen in het bos, zoals de spontane vestiging van ondergroei. Ook voor een professioneel oog is het soms lastig van een bepaald bos het type boseigenaar vast te stellen.

Versnipperde bosbezit klinkt mogelijk als ongewenst, inefficiënt voor het beheer, maar het heeft veel voordelen; het is een goede ‘verzekering’ voor het Nederlandse bos. Wanneer alles in beheer zou zijn bij één eigenaar, kunnen politieke of financiële belangen veel meer impact hebben op het bos. Bijvoorbeeld in de vorm van het al dan niet subsidiëren van het beheer. Eenvormig eigendom zou ook kunnen leiden tot uniform beheer. Versnipperd eigendom is dus gunstig voor de variatie én goed voor de continuïteit van het Nederlandse bos als geheel.
Privé-eigenaren hanteren uiteenlopende doelstellingen. Kleine boseigenaren hechten vaak aan de schoonheid en de natuurwaarde van het bos. Bij grote bosbezittingen speelt in veel gevallen ook de productiefunctie een rol. De houtopbrengsten worden daar benut voor het beheer van het bosbezit.