Was het maar zo simpel.

Op zich werkt het wel: de bomen nemen in het proces van fotosynthese kooldioxide (CO2) op, leggen de koolstof (C) vast in het hout, en geven zuurstof (O2) af. Doordat de bomen CO2 opnemen, vermindert de concentratie van het broeikasgas CO2 in de atmosfeer.

Maar let op: het effect van eventuele nieuwe bosgroei door bosaanplant staat echter in geen verhouding tot onze uitstoot. Het RIVM meldde in 2021: Nederland stootte in 2020 in totaal ruim 150 megaton CO2-equivalenten uit. Of dat veel is? Toevallig is dat ongeveer gelijk aan de totale hoeveel CO2 die door ons bestaande bos, inclusief de bodem, in de afgelopen 100 jaar is opgenomen. Anders gezegd: wat na ongeveer een eeuw van bosgroei in al onze bossen samen in het hout is vastgelegd, is bij benadering gelijk aan onze jaarlijkse (!) uitstoot.

Een andere vergelijking: om 10% van onze huidige, jaarlijkse uitstoot te compenseren, moeten we een bos laten groeien ter grootte van half Nederland.

De klimaateffecten van bosaanplant worden flink overschat

Voor Nederland – met weinig bos en veel uitstoot – geldt: nieuw bos zal maar voor een uiterst klein deel de uitstoot compenseren. Dat geldt ook voor maatregelen om meer koolstof in het bestaande bos vast te leggen.

De conclusie kan niet anders zijn: willen we echt vaart maken met het inperken van de klimaatschade, dan moeten we de uitstoot, en dus onze consumptie verminderen.

Bos is traag

Een tweede realiteit is: wil bosaanplant effect hebben op het klimaat, dan hebben we niet alleen veel bos, maar ook behoorlijk wat geduld nodig. Het duurt namelijk een tijd voordat het nieuwe bos qua koolstofopname serieuze proporties heeft. Afhankelijk van de boomsoort en de bodem – op kleigronden groeien bomen sneller dan op zandgronden – kan dat zo maar 10 à 15 jaar duren.

Op het klimaatfront is van bosaanplant dus niet veel, en zeker geen snel effect te verwachten. Maar alle beetjes helpen en er zijn nog veel andere redenen om nieuw bos aan te leggen.

Meer bos is een goede zaak

Het maatschappelijk belang van bos is groot en veelzijdig. Bos is voor veel mensen een geliefde plek om te wandelen, te sporten en de hond uit laten. Tijdens de corona-lockdowns werden onze bossen intensief bezocht, en dat bosbezoek lijkt een blijvertje: na het wegvallen van de coronaregels bleef het druk in het bos. Op warme dagen is bos een prima plek om het hoofd koel te houden.
Hoewel het een tijdje duurt voordat het nieuwe bos een hoogwaardige ecosysteem is, vormen bossen al snel een leefplek voor veel soorten planten en dieren. Nieuwe bossen kunnen zo een bijdrage leveren aan het herstel van de biodiversiteit die wereldwijd onder druk staat. Op (lange) termijn kan het nieuwe bos ook waardevol hout leveren, en daardoor als vervanger van beton en staal een bijdrage leveren aan de CO2-reductie.

In ons land zal de aanleg van nieuw bos plaats moeten vinden op landbouwgrond. Ook wordt vaak geopperd om juist in de buurt van woonkernen nieuw bos aan te leggen; de recreant heeft het bos dan immers op loop- of fietsafstand.
Er ligt veel druk op grondbestemming nabij de stad, onder andere door de behoefte aan nieuwe woningen. Maar ook ‘stadslandbouw’, in de vorm van tuinderijen voor lokale productie van groente en fruit, is een relevante optie. Het concept van de collectieve, georganiseerde tuinderij vindt steeds meer weerklank.

Wat voor een soort nieuw bos?

Het ene bos is het andere niet. Bij de aanleg van bos moeten we ons beraden op het soort bos dat we willen ontwikkelen. Zo zijn er vragen over bijvoorbeeld de aan te planten soorten en aantallen te planten bomen, en de inrichting van het terrein.
Hoewel er op onderdelen wel wat discussie over is, weten we redelijk goed welke wensen de huidige samenleving met betrekking tot bos heeft. De geschiedenis leert echter dat de kans groot is dat wat we als samenleving van het bos willen, in de loop der tijd verandert. Bij het (trage) bos is de toekomst al gauw een halve eeuw; we praten dus over bosgebruik in 2070! Een principiële gedachtefout zou zijn, om onze huidige ideeën over bos, en de ervaringen met ons huidige bosgebruik, een-op-een te projecteren op de toekomst.

Hou alle bosfuncties voor de toekomst open

De beste aanpak is om het nieuwe bos zó samen te stellen en in te richten, dat alle bosfuncties voor toekomstige generaties open blijven. Maak daarbij gebruik van de Nederlandse deugd om compromissen te sluiten, en zo de verschillende bosfuncties te integreren. In M10 is betoogd dat een strakke scheiding tussen productie en natuur niet zinnig is. Niet alleen de toekomstige maatschappelijke wensen, ook het verloop van het klimaat is onzeker. Een bos aanleggen met de nodige flexibiliteit en veerkracht lijkt daarom het verstandigst.